Samen, c’est Ensemble en néerlandais. En écho à notre dossier de couverture, voici une synthèse de ce qui attend les chômeurs en fin de droit.
Het einde van het recht op uitkeringen is voorzien in zeven golven, afhankelijk van de vergoedingsperiode (1e periode, 2e periode en Forfait die de verschillende stappen van de degressiviteit bevatten), de werkloosheidsduur en het beroepsverleden (BV). De raming van het aantal einde rechtenbedraagt184.463 werklozen die als volgt verdeeld zijn. Op 1 januari 2026,25.404 : inschakelingsuitkeringen sinds? 6 maanden op 1/7/2025 EN Forfait ? 20 jaar volledige werkloosheid. Op1 maart 2026,42.349: Forfait, 8–20 jaar volledige werkloosheid. Op 1 april 2026,45.183:Forfait, < 8 jaar volledige werkloosheid. Van 2 januari tot 30 juni 2026,3.715:inschakelingsuitkeringen sinds< 6 maanden op 1/7/2025. In Juli 2026,36.407: 2e periode. Van 1 juli 2026 tot 1 juli 2027,22.055: 1e periode, < 5 jaar BV. In Juli 2027,9.349: 1e periode, ? 5 jaar BV. De RVA heeft voor elke golf een uitstroompercentage, vóór het einde van het recht, berekend. Dit uitstroompercentage bedraagt 16,9 % voor de golven 1 t.e.m. 4 (tot juni 2026), 35,7 % voor golf 5 (juli 2026) en 74 % voor de kolommen 6 en 7 (augustus 2026 tot juli 2027). Voor de gehele doelgroep komt dit overeen met een geschatte uitstroom van 20 % vóór het einde van het recht.Met name voor de eerste golven, voor de werklozen die het verst van de arbeidsmarkt af staan, zou het aantal uitgeslotenen dus tot20 % hoger kunnen liggen!
Vóór het einde van het recht zijn er naast een voltijdse werkhervatting drie oplossingen. Ten eerste, overgaan naar een andere uitkering van de Sociale Zekerheid: voornamelijk naar het ziekenfonds/RIZIV bij gezondheidsproblemen die tot arbeidsongeschiktheid kunnen leiden (veel werklozen geven deze liever niet aan). Een oplossing die vaak slechts tijdelijk is en ook niet vanzelfsprekend is (ook hier wordt het beleid verstrengd). Opgelet :deze mogelijkheid is er alleen vóór het einde van het recht of ten laatste dertig dagen daarna !De oudere werklozen kunnen ookhun pensioen vragen. Maar het lijkt erop dat, op de website mypension, de vroegst mogelijke pensioendatum momenteel niet meer verschijnt voor oudere werklozen …
Ten tweede voor de werkloze die,voor de 1 januari 2026, een opleiding in voorbereiding op een tewerkstelling in een knelpuntberoep, waarvoor door een gewestinstelling een vrijstelling werd toegekend, volgt, het recht op uitkeringen voor de ononderbroken duur van deze opleiding behoudt, beperkt tot een periode die eindigt een jaar na afloop van de normale totale minimale duur van de opleiding en in ieder geval niet na 30/06/2030. Vanaf 1 januari 2026blijft deze mogelijkheid enkel voor studies/opleidingen als verpleegkundige of zorgkundige. Dit voordeel kan slechts eenmaal worden toegekend gedurende de volledige beroepsloopbaan. Opgelet : behalve in uitzonderlijke gevallen wordt de vrijstelling niet verlengd wanneer een jaar moet worden overgedaan.
Ten derde, minstens halftijdse werkhervatting: bij werkloosheidstoeslag (inkomensgarantie-uitkering – IGU) blijft deze laatste behouden tijdens de hele duurtijd van de arbeidsovereenkomst.
Op dit moment, kan je bij gezondheidsproblemen die kunnen leiden tot erkenning van een handicap een aanvraag indienen bij de DG HAN (Zwarte Lievevrouw). Anders kan je een aanvraag indienen bij het OCMW, ofwel voor een leefloon, ofwel voor sociale bijstand, ofwel voor beide. De behoefte aan steun wordt vastgestelddoor de OCMW op basis van een sociaal onderzoekdat uitgesloten werklozen van hun stuk kan brengen. Er zijn zes voorwaarden voor het recht op een leefloon (Art. 3 van de Wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie). De vierde zegt dat je moet «niet over toereikende bestaansmiddelen beschikken, noch er aanspraak kunnen op maken, noch in staat zijn deze hetzij door eigen inspanningen, hetzij op een andere manier te verwerven».
Deze voorwaarde vormt het wezenlijke verschil tussen een leefloon (en andere sociale uitkeringen zoals de IVT en de IGO) en de uitkeringen van de sociale zekerheid (werkloosheid, ziekte- of invaliditeitsuitkeringen, pensioen).Je ontvangt een uitkering van de sociale zekerheid omdat je bijdragen hebt betaald en deze wordt je toegekend ongeacht het bestaan van andere inkomsten. Natuurlijk hebben de talrijke besparingsmaatregelen en, in het bijzonder, de invoering van het samenwonendenstatuut en de beperking in de tijd van de inschakelingsuitkeringen de socialezekerheidsrechten sterk ingeperkt. Toch bestaat dit fundamentele onderscheid tussen “sociale bijstand” en “sociale zekerheid” nog steeds.Voor de berekening van het bedrag van het leefloon waar je recht op hebt, zijn er middelen die zijn vrijgesteld en andere die geheel of gedeeltelijk in aanmerking worden genomen, verplicht of facultatief, volgens berekeningswijzen die soms erg ingewikkeld en vaak niet erg duidelijk zijn. (Om verder te gaan, zie bdas-wwsb.brussels)