samen

Een sociaal-economische, territoriale en ecologische diagnose in tijden van Corona

De angst voor besmetting en/of voor een lockdown zou de aantrekkelijkheid van de stedelijke omgeving kunnen verminderen.

Op 7 mei 2020 heeft de regering perspective.brussels de opdracht gegeven een diagnose te maken van de impact van de covid-19-crisis op het grondgebied en bij de bewoners van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (BHG) met als doel een herstelplan voor te bereiden. Een eerste versie van deze diagnose werd toegestuurd op 18 mei 2020 en werd sindsdien meermaals (tot 22 december 2020) bijgewerkt. Deze diagnose is het resultaat van het werk van alle besturen die eraan hebben meegewerkt en wordt beschouwd als de grondslag vanwege die besturen voor de denkoefening van de verschillende politieke overheden over de te ondernemen acties. Hieronder staan enkele elementen die uit deze diagnose naar voren komen. (1)

Het eerste effect van de pandemie is natuurlijk een aanzienlijke oversterfte (2.371 sterfgevallen toegeschreven aan de pandemie tussen begin maart en eind november 2020), die vooral betrekking heeft op bejaarden (87% van de sterfgevallen onder mannen en 93% van de sterfgevallen onder vrouwen betreft mensen boven de 65 jaar). De COVID-19-crisis resulteert ook in een buitengewoon sterke daling van de economische activiteit in het BHG als gevolg van de pandemie zelf en de gezondheidsmaatregelen die de overheid heeft genomen om de eerste besmettingsgolf in het voorjaar en de tweede golf in het najaar tegen te gaan. De lockdown en de social distancing hebben een grote invloed gehad op de omzet van de bedrijven en de vraag van de consumenten. Tot nu toe is de negatieve impact van de COVID-19-crisis op de Brusselse arbeidsmarkt beperkt gebleven, met name dankzij de verschillende steunmaatregelen van de overheid. De massale toepassing van tijdelijke werkloosheid en het overbruggingsrecht hebben de mogelijkheid geboden om het effectieve banenverlies en de stijging van de werkloosheid te beperken. De hoeveelheid werk is echter sterk afgenomen, met een aanzienlijke daling van het aantal gepresteerde uren.

Moeilijke economische context

Het herstel van de economische activiteit dat tijdens de zomermaanden werd waargenomen, was slechts gedeeltelijk, waardoor de tweede lockdown plaatsvond in een al zeer moeilijke economische context. Dat is met name het geval voor de meest getroffen sectoren (horeca, evenementen en recreatieve activiteiten) en voor bepaalde meer kwetsbare spelers (zelfstandigen en zeer kleine ondernemingen). De tweede lockdown en de aanhoudende zwakte van de vraag hebben geleid tot een stijging van de door de bedrijven gerapporteerde omzetverliezen (-17% in november) en van de aanvragen voor tijdelijke werkloosheid (+38% in oktober). Die verslechtering van de situatie gaat gepaard met een stijging van het risico op een faillissement, dat in het BHG groter is dan in de rest van het land. In november gaf 25% van de ondervraagde ondernemingen in Brussel aan mogelijk bedreigd te worden door een faillissement. Het risico van een faillissement is vooral uitgesproken in de horeca, de evenementensector en de recreatiesector, maar ook voor zelfstandigen en zeer kleine ondernemingen. In deze omstandigheden werden de eerste effecten van de COVID-19-crisis op de werkloosheid in Brussel voelbaar, met een stijging van het aantal werklozen met 2 tot 3% in augustus, september en oktober, voornamelijk onder de jongeren.

De eerste effecten van de COVID-19-crisis op de werkloosheid in Brussel zijn voelbaar, voornamelijk onder de jongeren

De onzekerheid over de evolutie van de gezondheidssituatie en de sombere vooruitzichten voor de economische activiteit en de vraag wegen op de investeringsbeslissingen van de ondernemingen. Zij schatten dat hun investeringen in 2020 25% en in 2021 23% lager zullen zijn dan vóór de crisis. Wat de huishoudens betreft, heeft de langdurige crisis een negatief effect op het gezinsinkomen. De financiële situatie van de huishoudens verslechtert voor alle statuten, maar de zelfstandigen worden meer getroffen. In november schatte 21% van de Brusselse zelfstandigen door de crisis minstens 30% van zijn inkomen te hebben verloren, tegenover 9% van de werknemers.

Deze daling van de economische en sociale activiteit heeft enkele positieve eenmalige effecten, zoals de vermindering van het autoverkeer met 62 % (op weekdagen) en dus de vermindering van de luchtverontreiniging, maar als het beleid ongewijzigd blijft, zullen deze gevolgen waarschijnlijk verdwijnen na het beëindigen van de lockdown en a priori geen effect meer hebben.

Verschillende risico's geïdentificeerd

– een toename van het aantal faillissementen, banenverlies, stijgende werkloosheid, een daling van het gezinsinkomen, een consumptie die zich onvoldoende herstelt, een daling van de productiecapaciteit als gevolg van de geringe investeringen. Ook bestaat het risico dat de overheidstekorten toenemen als gevolg van zowel dalende inkomsten als stijgende uitgaven.

– Verslechtering van de materiële situatie, de gezondheid en de geestelijke gezondheid van de meer kwetsbare bevolking. Uit onderzoek van Sciensano blijkt dat angststoornissen sterk zijn toegenomen sinds de crisis : na een piek van 24% van de respondenten in het begin, treffen ze vandaag nog steeds 19% van de respondenten, tegenover 16% in 2018.

– Risico op schooluitval voor leerlingen die al vóór de crisis in moeilijkheden verkeerden na de eerste en tweede lockdown. De lockdowns hebben immers een aanzienlijke impact op schoolkinderen, middelbare scholieren en alle leerlingen.

– De gevolgen van de gezondheidscrisis waren in nog grotere mate voelbaar voor personen die in een toestand van grotere kwetsbaarheid verkeren. Het gaat meer bepaald om personen met een handicap voor wie de omstandigheden van opvang, werk en leven tijdens de crisis ingrijpend zijn gewijzigd waardoor de gevolgen van de gezondheidscrisis vele malen werden versterkt.

Impact op de gelijkheid tussen vrouwen en mannen

Gelet op de oververtegenwoordiging van vrouwen binnen de sectoren gezondheid, bejaardenzorg, thuishulp, kinderdagverblijven, onderwijs, liet de impact zich ook voelen op het vlak van de gelijkheid tussen vrouwen en mannen. Deze impact wordt nog versterkt door de ongelijke verdeling van de huishoudelijke taken en de opvang van de kinderen, vooral tijdens de lockdown. Overigens laten de eerste cijfers inzake partnergeweld een stijging zien tijdens de lockdown.

Impact op de gelijkheid tussen vrouwen en mannen

Gelet op de oververtegenwoordiging van vrouwen binnen de sectoren gezondheid, bejaardenzorg, thuishulp, kinderdagverblijven, onderwijs, liet de impact zich ook voelen op het vlak van de gelijkheid tussen vrouwen en mannen. Deze impact wordt nog versterkt door de ongelijke verdeling van de huishoudelijke taken en de opvang van de kinderen, vooral tijdens de lockdown. Overigens laten de eerste cijfers inzake partnergeweld een stijging zien tijdens de lockdown.

Welke toekomst ?

De COVID-19-crisis zou ook een impact kunnen hebben op het vermogen van het BHG om zijn visie op zijn eigen ontwikkeling te concretiseren. De pandemie heeft de relevantie van de doelstellingen van de reeds bestaande gewestelijke plannen – het GPDO, maar ook sectorale plannen zoals het Good Move-plan, het GPCE, het Lucht– en Klimaatplan, het industrieplan, het Natuurplan… – over het algemeen bevestigd, maar de capaciteit van het Gewest om deze plannen ten uitvoer te brengen zou door deze crisis kunnen worden aangetast. Naast de vanzelfsprekende begrotingsproblemen kunnen de volgende specifieke aandachtspunten worden geïdentificeerd :

De pandemie heeft de relevantie van de doelstellingen van de reeds bestaande gewestelijke plannen bevestigd

– De gewenste overstap naar andere vervoersmiddelen dan de auto kan worden gedwarsboomd door de vrees van gebruikers voor het risico op besmetting in het openbaar vervoer.

– De stimulering van het buurtleven rond lokale identiteitsknooppunten zou kunnen worden gedwarsboomd door het faillissement van de kleine lokale handelszaken die hier een centrale rol in vervullen.

– De moeilijke lockdownomstandigheden van de meest achtergestelde bevolkingsgroepen zullen leiden tot een grotere vraag naar en nood aan snellere beschikbaarheid van sociale woningen, terwijl de programma’s van de gewestelijke overheden nog steeds aanzienlijke vertraging zullen kennen ten gevolge van de moeilijke omstandigheden op het terrein.

– De angst voor besmetting en/of voor een lockdown zou de aantrekkelijkheid van de stedelijke omgeving kunnen verminderen.

– De noodzaak om de economie te stimuleren om zo snel mogelijk uit de crisis te komen, zou spanningen kunnen veroorzaken met de nog steeds relevante doelstellingen inzake de transitie naar een milieuvriendelijkere en duurzamere economie.

Bovendien valt op te merken dat de regering al begin mei heeft verklaard een plan te willen opstellen dat zowel een relanceplan als een herontwikkelingsplan diende te zijn. Naast de steunmaatregelen voor de personen en activiteitensectoren die het meest rechtstreeks door de crisis werden getroffen, zou een versterkt en/of versneld investeringsbeleid van de overheid dus op korte termijn een nuttige stimulans voor de Brusselse economie kunnen zijn.

Tot slot willen we alle overheidsinstanties bedanken die hebben deelgenomen aan de uitvoering van deze diagnose. In de eerste plaats het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn van de GGC, dat het 3e deel ‘Gezondheid-Welzijn’ mee heeft geschreven, alsook view.brussels en hub.brussels, die hebben bijgedragen aan het deel over de economie en de arbeidsmarkt, maar ook Brussel Economie en Werkgelegenheid, CityDev, Actiris, Brussel Huisvesting, de FGC, Brussel Mobiliteit, Leefmilieu Brussel en IRISCARE, die gegevens hebben gedeeld, suggesties hebben gedaan of bepaalde delen van het document hebben nagelezen en gecorrigeerd.

(1) Alle hier gepresenteerde elementen zijn ontleend aan de volledige tekst (166 p., U kan dit online raadplegen op de website van perspective.brussels), waarin de referenties systematisch zijn opgenomen.

Partager cet article

Facebook
Twitter